De tijd gaat snel. De wintertijd is ingegaan en het wordt al snel donker ’s avonds. Zeker als het weer grauw is. Dan is het heerlijk om warm en gezellig licht te maken binnenshuis
en de open haard aan te steken. Maar ook op overdrachtelijke wijze leven we in een wereld van steeds méér duisternis. Verwoestende oorlogen woeden, onverwachte felle natuurrampen die hun slachtoffers eisen. Verruwing en steeds meer polarisatie in onze leefwereld. Dan verlang je naar een lichtje hoe klein ook.
Dat zie je al gewoon op straat. We maken steeds méér licht in onze straten, in onze tuinen en om ons huis. Dat is heel gezellig, dat betoverende en warme licht. Als wandelaar kun je uitzien naar een lichtpunt. Dat we zoveel licht maken heeft zeker te maken met ons diepste verlangen naar een betere wereld, vrij worden van de duisternis die ons omringt.
In de Advent symboliseren we dat verlangen met de kaarsen op de adventskrans. De krans van takken van blijvend groen, herinnert ons aan onze pelgrimstocht door de tijd op weg naar de eeuwigheid. En iedere week steken we een kaars aan zodat het steeds méér licht wordt. Met de geboorte van het Goddelijk Kind, onze Verlosser, doorbreekt het licht de nacht van duisternis. De kerstnacht straalt van licht.
Advent is een Latijns woord dat afgeleid is van “advenire”. Dat betekent letterlijk: naar toe komen. God komt naar ons toe, in de gestalte van een klein en kwetsbaar Kind. Wij voelen ons als mensheid soms zo geweldig. En toch toont de werkelijkheid van de wereld die wij als rentmeesters mogen beheren, dat bij al dat vertrouwen dat we het zelf heel goed kunnen en geen God nodig hebben, nogal wat vraagtekens gezet kunnen worden.
We leven in deze Advent toe naar het waarachtige Licht, Jezus Christus de Heer, die vanuit de stal van Bethlehem ieder mens verlicht.
Ik wens u een paar weken van bezinning en verdieping, een gezegende Advent.
Deken Jos Spee
Op kerk
Op type nieuws