Beste parochianen, beste lezers,
De Herfstmaanden oktober/ november zijn begonnen en we zitten midden in de herfst. Rond deze tijd staan we stil bij hen die ons ontvallen zijn en die we nog zo node missen. Het vallen van de bladeren de sfeer van de herfst doen ons vanouds denken aan hen die van ons zijn heengegaan. Er is de pijn van het gemis. Die pijn en dankbaarheid brengen wij bijeen in het samen gedenken in de vieringen, in onze gang naar het kerkhof of de gedenkplaatsen.
Wij doen dat speciaal voor hen die in het afgelopen jaar van Allerheiligen tot Allerheiligen nu gestorven zijn, in de kerken van de Stadsparochie en in de kapel van Genooi. Op Allerheiligen vieren wij de kanjers, de heilig verklaarden en de ontelbare menigte naamloze heiligen, misschien zij die wij gekend hebben, op hun gang door de tijd. Gewone mensen van heel dicht bij die iets goeds van hun leven gemaakt hebben. De zegenvierende kerk van onze voorsprekers bij God, mensen waar Gods licht doorheen heeft geschenen.
Samen met de mensen van nu, die wij ook wel de strijdende kerk noemen, de mensen die nu leven en werken om het evangelie handen en voeten te geven, die de pelgrimstocht van hoop gaan, meewerkend aan de groei van het Rijk van God, met vallen en opstaan. En samen met hen die ons zijn voorgegaan en op weg zijn naar het Vaderhuis, wel weggegaan maar nog onderweg: de lijdende kerk, voor wie wij bidden dat zij spoedig thuis mogen komen in het Vaderhuis.
Deze drie dimensies vormen de kerk van Christus. Op de laatste zondag van oktober, 26 oktober, in de O.L. Vrouwekerk, op 1 november in de kapel van Genooi en de H. Michaëlkerk in ‘t Ven en op 2 november in de St. Martinusbasiliek en de H. Familiekerk gedenken wij bijzonder hen die ons in het afgelopen jaar ontvallen zijn. Door alle pijn en tranen heen, door al ons twijfelen en onvermogen om te geloven heen, vieren wij dat Gods Licht hen beschijnt. En dat ook ons wil beschijnen tot troost en bemoediging: Lieve mens je staat niet alleen!
Ik nodig u van harte uit om dit met ons te vieren.
Pastoor-deken J H W Spee
Gedicht De mensen van voorbij
De mensen van voorbij
wij noemen ze hier samen.
De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen.
Zo vlinderen zij binnen
in woorden en in zinnen
en zijn wij even bij elkaar
aan ’t einde van het jaar.
De mensen van voorbij
zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
Ze zijn met ons verweven
In liefde, in verhalen,
Die wij zo graag herhalen,
In bloemengeuren, in een lied
Dat opklinkt uit verdriet.
De mensen van voorbij
Zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij
zijn in het licht, zijn vrij.
Gedicht van Hanna Lam,
schrijfster van bijbelliederen
(1928-1988)
Op kerk
Op type nieuws